Alle seinen staan op groen, behalve voor gepensioneerden

Alle seinen staan op groen, behalve voor gepensioneerden

Dankzij ons is de crisis over

“Nederland staat er beter voor”, valt te lezen in de miljoenennota. Ook zijn de economische voorspellingen voor volgend jaar iets gunstiger dan eerder werd voorspeld, mits internationale ontwikkelingen geen roet in het eten gooien.

 “De overheidsfinanciën zijn inmiddels meer in balans. Al met al is Nederland sterk uit de crisis gekomen”, staat in de stukken die op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer werden aangeboden.

Het kabinet is van mening dat het ergste leed geleden is. “De veranderingen waren niet pijnloos en de gevolgen van de crisis zijn nog niet weggewerkt.” Maar, benadrukt het kabinet, na economisch zware jaren met ingrijpende hervormingen staat de Nederlandse economie er duidelijk beter voor.

De regeringspartijen zwaaien zich hiermee veel lof toe. Niet ongebruikelijk aan de vooravond van de verkiezingen. Maar het is misleidend in het licht van wat er de laatste vier jaar is gebeurd. Aan de vooravond van de financiële crisis stond Nederland er goed voor. En toen de bankencrisis losbarstte verklaarde Minister Bos Wouter nog frank en vrij voor de televisie dat deze crisis Europa niet zou raken en als het Europa al zou raken, zou Nederland de dans ontspringen, want wij stonden er sterk voor na alle structurele hervormingen die het kabinet Balkenende had doorgevoerd. Een jaar later moesten de banken ABN/AMRO, ING en SNS Bank worden gered met tientallen miljarden. Het begrotingstekort nam toe en in het kielzog daarvan de staatsschuld. Later kwam de Eurocrisis en opnieuw gingen tientallen miljarden overheidsgeld zitten in het overeind houden van de Europese munt, niet ten gunste van burgers, maar opnieuw ten gunste van banken die onverantwoord veel geld hadden uitgeleend aan landen zoals Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland. Politici hebben een kortdurend geheugen. Al die opofferingen die de mensen in het land zich noodgedwongen hebben getroost om de overheidsfinanciën weer in het gareel te krijgen waren het gevolg van problemen bij de banken en bij het gedrag van zuidelijke landen.

De regering doet nu alsof het de overheidsmaatregelen waren die het herstel van de economie hebben gerealiseerd. Vergeten is het feit dat het in Duitsland veel beter is blijven gaan dan in Nederland en dat we via onze export daar uiteindelijk van hebben geprofiteerd. De binnenlandse bestedingen staan er nog altijd deplorabel bij. Met dank aan het kabinet die miljarden bezuinigde terwijl er juist een bestedingsimpuls nodig was. Met dank ook aan het Stabiliteits- en Groeipakt, waar Nederland als een van de weinige landen strikt aan vasthoudt.

Verwachtingen gunstig voor iedereen?

 Het kabinet verwijst, als het om de successen gaat, onder andere naar het begrotingstekort. Het kabinet komt bij uitzondering met een eigen berekening voor dit tekort en de gedachte vat post dat we binnenkort weer begrotingsoverschotten hebben en dat de overheidsschuld gaat dalen.

 

Gemiddeld stijgt de koopkracht met 1,1 procent. Maar dat is een gemiddelde want opnieuw profiteren bijna uitsluitend de werkenden van de economische groei. Daardoor zal de koopkracht van werknemers voor het derde achtereenvolgende jaar stijgen. Sinds 2000 nam de koopkracht van werknemers met 30% toe, terwijl zelfstandigen (ondermeer ZZP’ers) maar 23% in koopkracht stegen en gepensioneerden sinds 2000 op de nullijn staan! Door de eenmalige verhoging van de ouderenkorting van dit jaar nog met een jaar te verlengen slaagt het kabinet er in de gepensioneerden met hangen en wurgen gemiddeld op die nullijn te houden. Zonder deze sigaar uit eigen doos zou de achteruitgang van de koopkracht meer dan ½% zijn geweest. En dan wordt er in de Rijksbegroting van 2017 nog geen rekening gehouden met mogelijke kortingen op de aanvullende pensioenen.

Overigens: die hogere ouderenkorting werkt eigenlijk alleen maar voor mensen die belasting betalen. Mensen met alleen AOW schieten er niets mee op. En binnen de groep gepensioneerden is het beeld heel divers. Mensen met een aanvullend pensioen van € 5.000 gaan er nog iets op vooruit. Zij zijn sinds 2000 11% in koopkracht gestegen. Mensen met een aanvullend pensioen van meer dan € 20.000 staan de laatste twee jaren stil, maar leverden sinds 2000 meer dan 11% koopkracht in. En dat zijn echt niet die rijke ouderen met campers van € 60.000 die het hele jaar genieten van hun Zwitserlevengevoel. Het zijn gewoon mensen met een modaal inkomen, die er, dankzij toenemende zorgkosten en gestapelde belastingmaatregelen, flink op achteruit gingen.

Andere verwachtingen:

  • Een hogere economische groei dan oorspronkelijk verwacht: niet 1,6 maar 1,7 procent.
  • Een hogere consumptie van huishoudens: stijging van 1,3 naar 1,8 procent.
  • Inflatie: stijgt naar 0,5 procent.
  • Werkloosheidscijfers: niet 560.000 maar 555.000 werklozen.

Deze resultaten worden gepresenteerd alsof we bovenaan staan als het gaat om de economische ontwikkeling. Maar dat is helemaal niet zo. De economische groei in de Europese landen is overal hoger dan die in Nederland met uitzondering van de zuidelijke landen die zo getroffen zijn door de Eurocrisis. Nederland zit met de voorspellingen uit de miljoenennota op het Europees gemiddelde.

Internationale ontwikkelingen kunnen nog wel roet in het eten gooien, waarschuwt minister Dijsselbloem. Als voorbeelden noemt hij een onverwachte stijging van de olieprijs, de brexit, spanning in Turkije of terreuraanslagen. Gek genoeg noemt hij niet de dreiging die het meest waarschijnlijk is: een tweede Eurocrisis. De problemen in Griekenland zijn nog allerminst opgelost. De Griekse bevolking lijdt als geen ander onder de bezuinigingen die vanuit Europese instituties worden afgedwongen. Zelfs het IMF vindt het eigenlijk te gortig wat daar gebeurt. Er komt een moment op de niet al te lange termijn dat Griekenland opnieuw moet bekennen dat het zijn schulden niet kan aflossen en dat nieuwe leningen noodzakelijk zijn. En dan zijn de rapen weer gaar!

We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat het kabinet vooral naar 2017 heeft gekeken als een verkiezingsjaar. Jongens wat hebben we het goed gedaan! Kijk eens hoe goed Nederland er voor staat! Nou ja, ze bedoelen natuurlijk Nederland bezien door een roze bril. Want behalve dat het helemaal niet goed gaat met de ouderen. Behalve de steeds grotere druk van de kosten van de zorg voor iedereen, met name voor de ouderen, is er geleidelijk een tamelijk desastreuze flexibilisering van de arbeidsmarkt opgetreden. Daardoor krijgen steeds meer jongeren na hun studie niet meer een volwaardige baan. In de zuidelijke lidstaten van de EU blijven jongeren al veel langer bij hun ouders wonen, maar je ziet dat verschijnsel hier ook ontstaan. Niet iets om erg trots op te zijn.

De problemen van jongeren, die net aan hun arbeidzame leven beginnen, worden duidelijk als je de ontwikkeling van de inkomens bekijkt. Arbeid verliest het al tientallen jaren van kapitaal en dus wordt de inkomensverdeling steeds schever. Daarom blijft de consumptie ook achter. De arbeidsinkomensquote (AIQ) geeft aan welk percentage van het nationaal inkomen naar de factor arbeid gaat. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw bereikte de AIQ maxima van meer dan 90%. In 1995 daalde de AIQ voor het eerst onder de 80%. Tijdens de crisis lag de AIQ op 72%, een ongekend laag percentage. Daarna trad weer een stijging op en dit jaar is de AIQ 78%, nog steeds historisch laag. Maar voor ZZP’ers ligt de positie veel moeilijker. Tussen 2007 en 2014 is het gemiddelde ZZP-inkomen gedaald van € 45.000 naar € 34.000, een inkomensachteruitgang van 25%!

De miljoenennota geeft nog niet het begin van een oplossing voor dit ernstige probleem. Het is waar dat jongeren, zeker als ze tot de steeds groeiende categorie van flexwerkers en ZZP’ers behoren, nog meer hebben moeten inleveren dan gepensioneerden. Het is noodzakelijk dat sociale partners en kabinet de positie van de jongeren gaan verbeteren en dat als een speerpunt gaan beschouwen van het toekomstige beleid.

Andere beleidsvoornemens

 Afgezien van al die mooie woorden over de economie, wordt in de miljoenennota natuurlijk ook per Ministerie een beschrijving gegeven van het beleid, met veel aandacht voor de uitgaven. Vooral de veiligheid staat in de schijnwerpers, met totale extra uitgaven van € 600 mln. Daarvan krijgt de politie er € 221 miljoen bij. Defensie worden verrast met een extra bedrag van € 300 mln. De zorgkosten blijven binnen de perken. Het eigen risico blijft op € 385, maar verwacht wordt dat de zorgpremies volgend jaar met 3% gaan stijgen tot gemiddeld € 103 per maand.

Het bedrijfsleven, dat er de laatste decennia toch al zo goed bijstaat, krijgt een bijdrage van € 115 mln voor vermindering van de premie arbeidsongeschiktheid. Om de bezuinigingen in de ouderenzorg terug te dringen krijgt Volksgezondheid € 400 mln en onderwijs krijgt € 200 mln erbij. Voor de bestrijding van armoede wordt € 150 mln extra uitgetrokken. Tenslotte is er nog € 10 mln extra voor cultuur.

Tot slot

 Het zijn geen nieuwe doorbraken die we zien als we de miljoenennota doornemen. Kleine extraatjes worden verdeeld over een aantal Ministeries die de afgelopen tijd daar ook om zaten te springen. Defensie hoeft misschien niet meer zonder ammunitie te zitten, de politie-inzet kan worden verbeterd, de ouderenzorg worden geholpen evenals het onderwijs. Maar de gedachte die overblijft als je dit alles beschouwt is dat het toch meer gaat om verbetering van het geschonden imago van het kabinet. Het is “too little too late”.

Ik durf te wedden dat er na de kabinetsformatie van volgend jaar een nieuwe (of dezelfde?) premier de pers te woord staat en dan zorgelijk gewag zal doen van “achterstallig onderhoud” en “een noodzakelijke inhaalslag”.

Rob de Brouwer

5 november 2016

Geen reactie's

Geef een reactie