Het begrip dekkingsgraad in relatie tot de rekenrente

Het begrip dekkingsgraad in relatie tot de rekenrente

De dekkingsgraad van een pensioenfonds is een percentage. Het geeft aan hoeveel financiële middelen er beschikbaar zijn tegenover de toekomstige verplichtingen die het fonds heeft. Een dekkingsgraad van 100% betekent dat er precies genoeg financiële middelen in beheer van het pensioenfonds zijn om aan alle toekomstige verplichtingen te voldoen. Bij een dekkingsgraad van 110% is er 10% meer in kas dan strikt noodzakelijk, bij een dekkingsgraad van 90% komt het pensioenfonds 10% tekort.

De toekomstige verplichtingen van een pensioenfonds bestaan uit alle aanspraken die gepensioneerden (de officiële term is pensioengerechtigden), deelnemers (zij die nog werken en pensioen opbouwen) en gewezen deelnemers (zij die vroeger voor het bedrijf hebben gewerkt maar die vertrokken zijn en nog niet met pensioen zijn gegaan) hebben opgebouwd. Deelnemers bouwen aanspraken op doordat voor hen premie wordt afgedragen. Voor elk jaar dat er premie wordt afgedragen bouwt een deelnemers een percentage van zijn of haar middelloon op, bijvoorbeeld 1,875%. Blijft zo’n deelnemer zijn of haar hele arbeidzame leven in dienst van dit bedrijf , bijvoorbeeld over 42 jaar, dan wordt dus 42 maal 1,875% is 78,75% van het middelloon als pensioen uitgekeerd. In deze uitkering is de AOW ingebouwd.

De toekomstige verplichtingen zijn alle uitkeringen die zijn opgebouwd, maar die nog niet zijn uitgekeerd. Ze vormen de rechten of aanspraken die deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden nog hebben op het pensioenfonds.

Er blijft een probleem over, dat moet worden opgelost om de berekening van de dekkingsgraad te maken. De toekomstige verplichtingen strekken zich uit over 70 jaar. De verplichtingen van bijvoorbeeld het Pensioenfonds Hoogovens lopen tot 2088 en vertegenwoordigen eind 2018 in totaal € 9.762 miljoen. Als je ervan uitgaat dat je de komende 70 jaar geen enkel rendement meer maakt over het geld dat je nu in kas hebt zou je nu dus € 9.762 miljoen in kas moeten hebben. Maar dat is een onrealistische veronderstelling. Het is realistischer uit te gaan van een rendement, maar welk rendement? De Nederlandsche Bank schrijft voor welk rendement je mag gebruiken: de risicovrije rente.

De risicovrije rente noemen we de rekenrente. Deze rekenrente komt in 2018 gemiddeld uit op 1,3%. Dat wil zeggen dat in het geval van het Pensioenfonds Hoogovens € 7.569 miljoen volstaat om precies genoeg geld te hebben om aan alle verplichtingen te voldoen. Omdat dit pensioenfonds eind 2018 € 8.341 miljoen in kas heeft zeggen we dat de dekkingsgraad 110,2% is, er is € 772 miljoen meer dan nodig is voor de verplichtingen.

De dekkingsgraad vertoont door de jaren heen grote schommelingen. Als het goed is geven deze schommelingen de toestand weer waarin het pensioenfonds verkeert. Schommelingen in de dekkingsgraad zouden dus moeten duiden op een van de onderstaande verschijnselen of een combinatie daarvan:

  • Een verandering in de levensverwachting
  • Schommelingen in het beleggingsresultaat
  • Structurele ingrepen in de premievaststelling
  • Onttrekkingen of toevoegingen aan het fonds vanwege de werkgever

In de huidige situatie zijn als gevolg van het feit dat de rekenrente, waarmee wordt gerekend, zo sterk fluctueert, de schommelingen van maand op maand uitzonderlijk hevig. Deze schommelingen geven geen indicatie voor de bovenstaande verschijnselen, maar moeten grotendeelds verklaard worden uit veranderingen in de rekenrente.

Als het antwoord op de vraag in welke mate een pensioenfonds voldoende vermogen en inkomsten heeft om aan zijn toekomstige verplichtingen te voldoen elke maand weer anders is louter en alleen omdat de toegepaste rekenrente steeds weer verandert dan is dat antwoord nutteloos en onbetrouwbaar geworden. Anders gezegd: het pensioenfonds kan op basis van een te lage dekkingsgraad bij een rekenrente van 3% maatregelen nemen op het gebied van premie-inkomsten, op het gebied van beleggingsstrategie of door niet doorgevoerde indexering, waardoor binnen enige tijd een omvangrijker fonds staat tegenover matiger uitgaven. Als de rekenrente dan inmiddels gezakt is naar 2% kan de uitkomst identiek zijn aan de oorspronkelijke uitkomst en lijkt het alsof geen verbetering is opgetreden.

Hier doet zich het probleem voor dat gemeten wordt met een meeteenheid die dagelijks fluctueert. Alsof je bij het boodschappen doen steeds maar moet afwachten hoeveel appels er nu weer in een kilo zitten. De dekkingsgraad geeft geen informatie over de financiële gezondheid van een pensioenfonds maar over de stand van de risicovrije rente. Omdat die risicovrije rente bovendien gemanipuleerd wordt door de Europese Centrale Bank kan de dekkingsgraad feitelijk geen betrouwbare informatie geven over het wel en wee van pensioenfondsen.

Rob de Brouwer

14 augustus 2019

Geen reactie's

Geef een reactie