Lesje economie voor Staatssecretaris Wiersma (en vooral voor zijn adviseurs)

Lesje economie voor Staatssecretaris Wiersma (en vooral voor zijn adviseurs)

In antwoord op Kamervragen over de manier waarop per 1 januari komend jaar de indexatie van aanvullende pensioenen zou kunnen worden hervat kwam het volgende antwoord van Staatssecretaris Wiersma:

“Het lid Léon de Jong vraagt de rekenrente aan te passen om zo indexatie te kunnen verlenen. Ik zie het aanpassen van de rekenrente niet als een oplossing.Het aanpassen van de rekenrente verandert namelijk niet de onderliggende financiële situatie van de pensioenfondsen. De situatie wordt alleen verhuld door de dekkingsgraad te verhogen met nog niet behaald rendement, dat geen financiële dekking voor toegezegde pensioenen biedt. Hierdoor kan een verdere uitholling van de financiële positie van fondsen optreden, zonder dat dekkingsgraden dit nog weergeven. Verhoging van de rekenrente betekent dat onzekere toekomstige rendementen met zekerheid op korte termijn worden uitgedeeld. Het betekent daarom een forse herverdeling van pensioenvermogen van jongere generaties naar oudere generaties….”

De rekenrente wordt nu vastgesteld door De Nederlandse Bank (DNB), die daarvoor de een combinatie maakt de risicovrije rente voor looptijden tot twintig jaar (waarbij de interbancaire swaprente wordt gebruikt) en de ultimate forward rate voor langere looptijden, een geconstrueerde renteverwachting, afkomstig vanuit de Europese instellingen, maar weer aangepast aan de Nederlandse situatie door de Commissie Dijsselbloem. De rekenrente was in oktober 2021 0,4% gemiddeld voor een gemiddeld fonds zoals het ABP. De actuele dekkingsgraad van het ABP was bij deze rekenrente 105,1%. De betekenis van deze constatering is als volgt:

Als het ABP over de jaren waarover haar verplichtingen zich uitstrekken een gemiddeld rendement maakt van niet meer dan 0,4%, dan kan zij aan al haar nominale verplichtingen voldoen en dan houdt zij aan het eind van de periode, als alle verplichte betalingen zijn verricht, nog iets meer dan 5%, ofwel € 25 miljard over.

Ook bij de berekening van de dekkingsgraad op basis van de risicovrije rekenrente wordt er dus geld uitgedeeld dat nog niet is verdiend. De risicovrije rente fluctueert dagelijks. Zou de Staatssecretaris gelijk hebben dan zou dagelijks een andere conclusie moeten worden verbonden aan de uitkomst van de dekkingsgraadberekening. Als we nu zouden besluiten de dekkingsgraad voortaan te berekenen met een minimale rekenrente van 2%, zoals de SP voorstelt in zijn initiatiefwetsvoorstel, dan komt de dekkingsgraad voor het ABP te liggen op 130 of hoger. Wat is dan de betekenis van deze constatering?

Als het rendement van het ABP gemiddeld 2% zou bedragen, dan kan zij aan al haar nominale verplichtingen voldoen en dan houdt zij aan het eind van de uitkeringsperiode wat meer dan 30%, ofwel € 150 miljard over.

In alle gevallen is het rendement ten dele nog niet behaald. Dat is ook de essentie van een kapitaaldekkingsstelsel. Wij rekenen erop dat in de toekomst rendement wordt gemaakt. Als we daar niet op mogen rekenen dan moeten we overschakelen op een omslagstelsel. De mededeling dat de verhoging van de rekenrente betekent dat onzekere toekomstige rendementen met zekerheid op korte termijn worden uitgedeeld is niet onvoorwaardelijk. Het is alleen maar waar onder de voorwaarde dat de werkelijke toekomstige rendementen lager liggen dan de gekozen rekenrente. Als de werkelijke rendementen gemiddeld hoger liggen dan houden we zelfs nog meer geld over. Dat overgebleven vermogen kunnen we dan niet meer uitkeren aan de huidige rechthebbenden. Die zijn dan immers al lang overleden. De bewering: “het (verhogen van de rekenrente) betekent daarom een forse herverdeling van pensioenvermogen van jongere generaties naar oudere generaties” is alleen maar waar als in de toekomst niet meer rendement wordt gemaakt dan 0,4%.

En wat moet de conclusie zijn als er veel meer rendement wordt gemaakt, zoals valt te verwachten op grond van wetenschappelijk onderzoek naar rendementen op de kapitaalmarkt over zeer lange termijnen? Het rekenen met een veel te lage rekenrente betekent een forse herverdeling van pensioenvermogen van oudere generaties naar jongere generaties. Gecombineerd met de niet-kostendekkende premie die ook al meer dan tien jaar leidt tot overdracht van oud naar jong moet het huidige beleid van het kabinet gezien worden als een ernstige vorm van leeftijdsdiscriminatie. Ten nadele van de ouderen, dat wel. De jongeren kunnen zich straks, als de rendementen gemiddeld op hetzelfde niveau blijven als over de afgelopen tientallen jaren (meer dan 6%) waarlijk in Luilekkerland wanen. Zij kunnen dan een premievrij waardevast pensioen krijgen.

Rob de Brouwer

7 december 2021

10 Reactie's
  • A. de Gruijter
    Geplaatst op 11:29h, 07 december Beantwoorden

    Net als jij zeg ik: wie ben ik? Maar ik begrijp jouw analyses wel en ook de bovenstaande les. Waarom kunnen de beleidsmakers het dan kennelijk niet begrijpen. Van een politiek benoemde minister of staatssecretaris kan je niet alles verwachten wat deskundigheid betreft (dat is inmiddels duidelijk aan het worden), maar van goedbetaalde ambtenaren op de ministeries moeten we beter kunnen verwachten.

    • H. Bollema
      Geplaatst op 12:44h, 07 december Beantwoorden

      De kwestie is, dat het niet in de politieke kraam van de staatsecretaris en de ambtelijke top van FIN, de DNB en CPB (de trojka) past. De politiek he3ft besloten dat het huidige stelsel afgebroken dient te worden en vervangen door e3n rampzalig gedrocht als de WTP, gebaseerd op de fantasieën van Koolmees. De geheime agenda is waarschijnlijk dat zo de verzekeraars uit hun b3narde positie worden gered. Zij immers garanderen de bij hen afgesloten pensioenen.

  • Hans Veldman
    Geplaatst op 13:58h, 07 december Beantwoorden

    De nu al demissionaire inval-staatssecreatris zonder ervaring dient wegens ondergeschiktheid aan het Netspar-Syndicaat met oneervol ontslag gestuurd te worden !

  • Teun Nijdam
    Geplaatst op 19:27h, 07 december Beantwoorden

    Beste Rob de Brouwer

    Een mooi lesje economie,maar geldt dit verhaal alleen voor ABP of voor alle pensioenfondsen?

    • robdebrouwer
      Geplaatst op 22:22h, 07 december Beantwoorden

      Geldt in het algemeen. Ik gebruik het ABP alleen maar als voorbeeld.

  • Bert Kersten
    Geplaatst op 19:30h, 07 december Beantwoorden

    DNB, Netspar en de verzekeraars spelen onder een hoedje. Het Europees hof zal hier gehakt van maken. Tweede schandaal na de Toeslagenaffaire.

  • Wessel Slöetjes
    Geplaatst op 20:22h, 07 december Beantwoorden

    Er is een gewone-mensen werkelijkheid en een politieke werkelijkheid. Hoeveel parlementariërs zijn werkelijk deskundig op pensioengebied? Spelen pensioenzaken ooit een rol bij verkiezingen? In formatie besprekingen?
    Pensioenen zijn niet sexy. En De Nederlandse Bank laat zich noch links noch rechts passeren.
    In de politieke werkelijkheid komt een staatssecretaris moeiteloos weg met een antwoord dat hij wellicht zelf nauwelijks begrijpt.
    Ik hoop dat er een intelligente en vasthoudende parlementarier nog eens hardnekkig en onvermoeibaar vragen gaat stellen. Ik heb een naam in gedachten. Heeft op pensioengebied een goede reputatie. Maar hij kiest zijn eigen oorlogen……

  • Jacques van Exter
    Geplaatst op 11:42h, 09 december Beantwoorden

    De situatie voor het PF Hoogovens is nog veel beter dan het voorbeeld van ABP dat Rob de Brouwer in zijn column uitwerkt!

  • Wim Stijnman
    Geplaatst op 08:50h, 10 december Beantwoorden

    We mogen niet rekenen op nog niet behaalde rendementen. Toch prikt het dat al die jaren dat we niet mochten rekenen op meer dan 0,8% rendement toch 6% rendement is gemaakt en dat daar achteraf niet voor wordt gecorrigeerd.

  • René Rosier
    Geplaatst op 08:02h, 29 december Beantwoorden

    Erg interessant om te lezen. Ik onderschrijf volledig wat hier wordt gesteld. Buiten dat (en ik ben ECHT geen complot denker) heb ik het gevoel dat het huidige kapitaaldekkingssysteem alleen kan blijven werken als extreme schommelingen in de rendementen uitblijven. Die schommelingen moeten over een lange periode worden bekeken. Vertrouwen in de economie is niet misplaatst en de huidige situatie komt wel weer in orde. Maar: het is een logisch moment in de tijd om grote veranderingen te realiseren onder het mom van (kunstmatige) verwachte lage rendementen. En inderdaad: als je de veerkracht van de economie niet meer vertrouwt moet je afstappen van dit systeem.
    Helaas zijn we te klein om ons hiertegen te verzetten. De enige manier is een weg naar de rechter (zoals bij de belastingdienst is gebeurd). Triest maar waar,

Geef een reactie